Hoge boete voor stichting na valpartij (waar gebeurd)
Een vrijwilliger valt van een ladder en belandt in het ziekenhuis. Wie is er verantwoordelijk? De 'werkgever' (een stichting) wordt beboet door de Arbeidsinspectie. Wat kunnen vrijwilligers en bestuurders leren van deze casus? Lees er meer over in dit artikel.
Een stichting in het zuiden van het land werd geconfronteerd met een boete van tienduizenden (!) euro’s. Na bezwaarmaking bleef er nog een boete van ruim tienduizend euro over. Ging er zoveel mis bij deze stichting? Het antwoord is even kort als complex: er viel een vrijwilliger van een ladder. In deze bijdrage zoomen we in op een waargebeurd incident, met de bedoeling om stichtingen en verenigingen te wijzen op mogelijke risico’s.
De organisatie als verantwoordelijke van mensen
Vrijwilligers en medewerkers worden beschermd door de wet. Dat is maar goed ook; de tijd van uitbuiting zouden we graag achter ons laten. Tegelijkertijd zijn er heden ten dage risico’s waartegen werknemers en vrijwilligers moeten worden beschermd. Vrijwilligers zetten zich maar al te graag in en een vrijwilligersorganisatie en de ontvangers van de diensten zijn blij met de inzet. Vrijwillige inzet met een ideëel doel, veel kan er niet mis gaan. Totdat er een incident plaatsvindt.
Een organisatie is verantwoordelijk voor zowel medewerkers en vrijwilligers. Medewerkers en vrijwilligers mogen van elkaar verschillen, de mate van bescherming echter, is hetzelfde. Een vereniging of stichting die met vrijwilligers werkt, kan – qua risico’s – op een lijn komen met commerciële ondernemingen.
Gezag
De rol van gezag is bij medewerkers eenvoudig te onderscheiden. Een medewerker in loondienst heeft een arbeidsovereenkomst, verricht de taken volgens deze overeenkomst en ontvangt loon. Bij vrijwillige inzet daarentegen wijst het uitvoeren van een taak al op een gezagselement. Op het moment van aanvaarden van de opdracht, krijgt de organisatie de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en de gezondheid van deze vrijwilliger bij het uit te voeren werk. Het is dus belangrijk om te beseffen dat een organisatie verantwoordelijk is voor vrijwilligers die taken verrichten voor deze organisatie. De stichting uit het voorbeeld, had een opdracht verstrekt aan een vrijwilliger waarbij er sprake was van werken op hoogte. Bij de term ‘werken op hoogte’ (een begrip uit de arbowet waarbij er sprake is van een risico op vallen van 250 cm hoogteverschil) moet er al een waarschuwingslampje gaan branden: er is mogelijk een verhoogd (val)risico voor de vrijwilliger.
Niet alles is te voorkomen
Wetsartikel 7:4 uit het arbobesluit geeft aan dat de organisatie ervoor moet zorgen dat ‘[..] gevaren zoveel mogelijk worden beperkt’. Dat schept een verplichting. Hoe geeft een vereniging of stichting met vrijwilligers daar vorm aan? De Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving geeft 4 voorwaarden [1]: inventariseren van de risico’s, het organiseren van een veilige werkwijze, instructies geven en tenslotte het houden van toezicht. Het begint dus met een analyse. In veel organisaties wordt een risico-inventarisatie en -evaluatie ingezet om risico’s te analyseren, waarna vervolgens maatregelen worden genomen. Niet altijd is dat verplicht, maar het inschatten van risico’s is een goed uitgangspunt bij het aangaan van opdrachten en het uitvoeren van taken. De stichting uit het voorbeeld kon niet aantonen dat het aan een van deze vier voorwaarden had voldaan dus werd er ook geen matigingsgrond (‘korting op de boete’) toegekend.
De organisatie als verantwoordelijke van middelen
Middelen zoals gereedschappen moeten in orde zijn. Het maakt niet uit van wie het gereedschap is. Ook het juiste gebruik van deugdelijke middelen valt onder de verantwoordelijkheid. Daarvoor is het dus belangrijk om, waar mogelijk, eerst een inventarisatie te maken van de werkplek. Wat is er nodig om een bepaalde taak uit te voeren? Naast deugdelijke middelen moet er ook voldoende tijd zijn om het werk te doen. Tenslotte kunnen ook procedures of afspraken helpend zijn bij een veilige uitvoering. Niet alleen als bewijsmateriaal achteraf, als het mis mocht gaan, maar als preventie. De vrijwilliger in het verhaal maakte gebruik van gereedschap van degene bij wie de vrijwilliger aan het werk ging. De vrijwilligersorganisatie had nagelaten om zich ervan te vergewissen dat het om gereedschap ging dat geschikt was voor de klus. Als gereedschap mogelijk niet in orde is, houdt dat een zeker risico in voor de veiligheid van de vrijwilliger.
De organisatie als verantwoordelijke voor de werkplek
Na de eerder genoemde inventarisatie is het aan de organisatie om te bepalen wat er veilig is. Bij de gerechtelijke uitspraak viel op dat een verbod opgelegd aan de vrijwilliger niet relevant is. Met andere woorden: een vrijwilligersorganisatie legt haar werknemers en vrijwilligers niet zozeer verboden op, maar schrijft daarentegen voor, op welke (veilige) werkwijze de vrijwilliger de klus kan klaren. Met op de achtergrond de drie belangrijkste termen uit de arbowetgeving: de veiligheid, de gezondheid en de bescherming van de vrijwilliger. De beboete stichting had haar vrijwilliger wel verboden om werk op een ladder te verricht, maar nagelaten om het werk zodanig te organiseren dat de klus op een veilige manier kon worden gedaan.
Waarom de boete werd verlaagd van 30.000 naar 10.000 EUR
Als er een incident plaatsvindt op een werkplek, dan telt het aantal mensen mee voor de hoogte van de boete. Tenminste, als die mensen zich ook op die plek bevinden of er werkzaam zijn. De stichting werd in eerste instantie hoger aangeslagen vanwege het aantal medewerkers en vrijwilligers. De advocaat die de stichting in de arm had genomen, wees de autoriteiten op het aantal werknemers en vrijwilligers op dat moment op de plaats van het incident. Dat aantal was aanmerkelijk lager dan het medewerkers- en vrijwilligersbestand. Daardoor viel de boete voor de stichting substantieel lager uit.
Veel verenigingen en stichtingen draaien op vrijwilligers en hebben soms enkele medewerkers in dienst. En weer geldt: de bescherming geldt voor zowel medewerkers als vrijwilligers, dus het aantal medewerkers of vrijwilligers dat op een bepaald moment werkzaam zijn op een werkplek, kunnen ook op elkaar letten.
Samenvatting
Een organisatie is er dus verantwoordelijk voor dat er op veilige wijze wordt gewerkt. Hierbij wordt gelet op de rol van de mens (loopt hij of zij risico of is er sprake van een kwetsbare positie), de plaats waar wordt gewerkt (voor ogen houden dat de organisatie het werk zodanig moet organiseren dat veilig werken mogelijk is) en de middelen waarmee wordt gewerkt (zijn gereedschappen of andere materialen in orde?).
Bron: NOV